APG Heerlen
Renovatie Kantoorgebouw APG Heerlen
Categorie | Renovatie – Utiliteitsbouw |
Locatie | Heerlen |
Bouwkosten | € 95 miljoen (excl. btw) |
Oppervlakte | 58.000 m2 BVO |
Opdrachtgever | APG Heerlen |
Ontwerp – realisatie | 2006 – 2011 |
Team : Architectonisch ontwerp en uitwerking (projectarchitect) : Luc Garé, landschapsontwerp : Luc Garé i.s.m. Maarten Grasveld, assistent ontwerper : Rob wolfs, projectcoördinator : Ron Hochstenbach ( allen op dat moment in dienst van Architecten aan de Maas m.u.v. Maarten Grasveld).
Twee karakteristieke gebouwen bepalen sinds jaar en dag de contouren van Heerlen west: de hoogbouw van winkelcentrum ’t Loon en het APG-gebouw. Ze markeren de skyline en laten elke Heerlenaar die over de A76 aankomt zich weer thuis voelen.
Het APG-complex dat is ontworpen door bureau Postma-Haayen uit Delft dateert uit 1971 en was destijds met zijn 58.000 m2 één van de grootste kantoorgebouwen in Europa. De gebouwen van het APG hebben een krachtige, stoere en zelfverzekerde architectuur. Een stijl de kenmerkend is voor veel kantoorgebouwen uit de optimistische jaren zestig.
De gebouwen zijn grotendeels opgetrokken in geprefabriceerde betonelementen. De diverse gebouwen van het zakelijk modernistische APG-gebouwencomplex bezitten meerdere architectuur-talen. Zo bestaat de hoogbouw uit een rationele betonstructuur van prefab gevelkolommen, prefab vloeren en de gevels zijn uitgevoerd als betonnen borstweringen met daartussen horizontale raamstroken. Opvallend zijn de relatief grote overspanningen die de kantoorvloeren een grote mate van indelingsflexibiliteit geven. Deze hoogbouw is gekoppeld aan een laagbouw met gevels van meer frivool ogende prefab betonelementen (Groot Kantoor 1). De kantoortuinen hebben hier glaspanelen die reiken van vloer tot plafond, waardoor deze meer transparantie en openheid bezitten. Ondanks deze verschillende architectuurtalen zijn de gebouwen kinderen van dezelfde tijd en horen de gebouwen bij elkaar. Enige samenhang bestond uit de typerende, blauwkleurige metalen beplating, waarmee de liftkern van de hoogbouw en de vloerranden van de laagbouw waren bekleed.
Het complex staat op een fraai, groen, heuvelachtig terrein van 12.000 m2. Opmerkelijk is dat de hoofdentree van het gebouw met de rug naar de stad staat gekeerd. De entree kijkt uit over een open veld. Waar normaal gesproken het voorplein met hoofdentree fungeert als intermediair tussen stad en gebouw, versterkt deze uitzondering op die regel het eigenzinnige en solitaire karakter van het APG-complex. Er is sprake van een campusachtig sfeer. De buitenruimte, wat ooit een park-achtige omgeving was met grote villa’s uit de hoogtijdagen van de mijnbouwindustrie, is in het verleden ontworpen door ruimtelijke kunstenaars als Struycken en Volders.
Het APG-complex was vanwege de gebrekkige bouwtechnische staat toe aan een upgrading. Ook voldeed de uitstraling niet meer aan de gewenste identiteit van het APG. Een totale gevel- en interieurrenovatie is uitgevoerd, waarbij tevens het totale arsenaal aan technische installaties een grondige vernieuwing heeft ondergaan. Ook het entreeplein is op de schop gegaan.
Alle grotere bouwkundige ingrepen zoals het ontwerpen van nieuwe gevels, een nieuw entreepaviljoen en de martiale trap- en liftengroep in de nieuw ingerichte centrale hal en het nieuwe entreeplein zijn van de hand van Luc Garé. Fokkema Architecten uit Delft was verantwoordelijk voor het interieurontwerp van de kantoorverdiepingen en het restaurant. Naast de hoogbouw zijn ook het daaraan gekoppelde zevenlaagse kantoorblok (Groot Kantoor 1) en het daarnaast gelegen personeelsrestaurant en vergadercentrum (PR&VC) volledig gerenoveerd.
De opgave bestond eruit om naast het verbeteren van de bouwtechnische kwaliteit, tevens het complex van een meer transparante en eigentijdse uitstraling te voorzien. Het APG is door de renovatie getransformeerd tot een veel uitnodigender en toegankelijker gebouwencomplex.
Het exterieur van de hoogbouw heeft een aantal veranderingen ondergaan. Om dit bouwdeel een elegantere beëindiging te geven, zijn de bestaande zeven meter hoge, blinde aluminiumgevels t.p.v. van de techniekruimte op de bovenste 2 bouwlagen voorzien van een extra veertiende betonnen rand. De voorheen grauwe en verweerde prefab betonnen borstweringen hebben een schoonmaak-beurt ondergaan door ze te stralen. Tevens zijn alle horizontale raamstroken vervangen door nieuwe aluminium kozijnen met zonwerende beglazing, waardoor het allegaartje aan binnen- en buitenzonwering kon worden verwijderd. Een van de belangrijkste ingrepen is het vervangen van de typerende APG blauwkleurige, verticale metalen geveldelen tegen de hoogbouw door een geavanceerde glasmozaïekconstructie. Deze bestaat uit in drie kleuren blauw gezeefdrukte verdiepingshoge glasplaten, die in een wisselend patroon in drie breedtematen zijn aangebracht. Door deze toevoeging heeft dit gezichtsbepalende geveldeel van de hoogbouw een aanmerkelijke verandering ondergaan. De gezeefdrukte glasplaten komen terug t.p.v. de vloerranden van de laagbouw en het PR&VC, waardoor het totale complex een duidelijkere samenhang vertoont.
Het nieuwe entreepaviljoen manifesteert zich onmiskenbaar als hoofdtoegang en vormt de overgang tussen het nieuwe, open entreeplein en de royale entreehal. Zowel het plein als de hal is verschoond van de vele visuele obstakels, waardoor de openheid is vergroot. De nieuwe glazen lift met transparante trappartij vervangt de voormalige roltrappen en vergroot het uitzicht vanuit de entreehal naar het plein.
Een groot aandeel aan de totale renovatie bestaat uit de herziening van de installatietechniek. In de hoogbouw zijn de installatieleidingen uit hun huidige positie in de borstweringen verdwenen. Dat heeft de kans gegeven de gevels goed te isoleren. De kantoren zijn uitgerust met een combinatie van klimaatplafonds en ventilatiesystemen met een hoog comfortniveau. Verlichting vindt plaats via speciale armaturen die regelbare verlichtingssterkte op elk bureaublad mogelijk maken. Een modulaire opzet van alle techniek maakt de kantoorinrichting zeer flexibel. De energieopwekking en verdeling geschiedt decentraal. De verouderde installatietechniek in de twee hoogste bouwlagen van de hoogbouw is volledig vernieuwd. Het energiegebruik zal door deze ingrepen drastisch afnemen, waardoor een groot deel van de renovatiekosten zichzelf terugbetaalt.